Heb je wel eens met een emmertje in je handen op de wc gezeten omdat je niet alleen diarree had maar ook moest overgeven? Van mijn vijftiende tot mijn dertigste heb ik dit iedere vier weken gedaan.
Daardoor weet ik een heleboel dingen die ik net zo lief niet had geweten.
Bijvoorbeeld dat er op openbare toiletten geen emmertjes staan. Dat je je broek lastig weer omhoog hijst als je een kommetje van je handen hebt gemaakt om het een en ander op te vangen. Dat er op damestoiletten héél soms maandverband aanwezig is in het openbare gedeelte, maar nooit in het toilethokje zelf. Dat je wel naar huis mag van school omdat je ziek bent, maar dat je de weg naar huis alleen aflegt. Waar bermen zijn waar je kunt spugen zonder de stoep of straat te bevuilen. Dat je ook kunt overgeven terwijl je helemaal leeg bent. Dat de mensen om je heen het zat worden dat je iedere keer ziek bent en misschien alleen na afloop nog iets zeggen als ‘oh, je bent er weer’.
Dat de huisarts je pijnstillers meegeeft, terwijl je net hebt verteld dat je geen pillen kunt slikken. Niet alleen omdat je dan misselijk bent, maar ook omdat je niet weet hoe je een pil door moet slikken. Dat de huisarts dan voorstelt om pijnstillende zetpillen te gebruiken. Met diarree! En vervolgens uitroept dat ik die pillen dan maar op mijn nachtkastje moet zetten. Ik moest de pijnstillers toch maar proberen en als dat niet hielp kon ik naar het ziekenhuis voor een lichamelijk onderzoek. Beide voorstellen heb ik niet aangenomen.
Maar de belangrijkste les leerde ik helaas pas veel en veel later.
Dat mijn diarree en overgeven geen probleem waren of een defect, maar een oplossing. Een fantastische oplossing van mijn lijf om alle opgebouwd spanning en frustratie en alles wat ik verder nog maar binnen had gehouden, af te voeren. Letterlijk. En dat mijn huilbuien na afloop en nachtmerries vooraf daar ook bij hielpen.
Ik ben Loes Vork (1969), auteur van de boeken ‘Uitgelezen’ en ‘Denk je dat je mij kunt helpen?’. Ik zit zo vol gedachten en gevoelens dat het letterlijk voelt alsof ik uit elkaar kan barsten. Om dat te voorkomen schrijf ik, werk ik in mijn art journal, en heb ik nog minstens vijftig andere technieken in mijn persoonlijke gebruiksaanwijzing staan. Misschien heb je er wat aan.